[ad_1]
Het is daarbij zaak om voor uitgesproken eigenschappen te gaan. Aan toegankelijk, persoonlijk en duidelijk heb je niet zoveel. Niemand zit te wachten op een gesloten, afstandelijke en vage bot. Ga op zoek naar het onderscheidende vermogen van de interface en houd het dus vooral niet te algemeen.
Heb je die karaktertrekken boven water? Mooi. Maar daarmee ben je er nog niet. De laatste stap naar een persoonlijkheid is het bepalen van de identiteit: interacteren gebruikers met het merk zelf (zoals bij Google Home), of met een andere persoonlijkheid (zoals Siri van Apple)? Kies je voor de laatste optie, dan heeft je interface nog een naam nodig. Dat praat wat makkelijker.
Lang verhaal kort: een bot met persoonlijkheid is leuker om mee te communiceren dan met een zielloze corporate entity. Het creëert merkloyaliteit. Het kan het verschil maken tussen wegklikken of doorpraten. In het beste geval met een goed gevoel als resultaat. En dat goede gevoel is het hoogste doel dat je als een conversation designer kunt behalen.
Dit is het achtste artikel in een reek over chatbots. Het vorige artikel over de kunst van converseren vind je hier
[ad_2]