[ad_1]
In Rotterdam is nog niet zo lang geleden geprotesteerd tegen het gebruik van SyRI dat inzicht geeft in potentiële fraude met uitkeringsinstanties en belastingen. Als blijkt dat overheidsinstanties steeds vaker een beroep doen op slimme technologie ter bestrijding van criminaliteit en fraude, is de politiek in rep en roer. In de Kamer worden verontruste vragen gesteld over algoritmes die discriminatie in de hand zouden werken.
Nederlandse burger wantrouwt algoritmes
Ook de AFM en DNB waarschuwen in hun verkenningsrapport Artificiële Intelligentie voor ondermijning van het solidariteitsbeginsel in de verzekeringssector. Op die manier wordt voortdurend bijgedragen aan een werkelijkheid waarin de inzet van algoritmes slecht is voor de mens. Als we niet snel beter inzicht geven in de andere kant van het verhaal, ontstaat er onterechte druk op technologische vooruitgang. Zowel burgers, als bedrijven en de gehele samenleving profiteren van de inzet van algoritmes. Alleen al in de verzekeringsbranche leidt dat tot een veel eerlijkere risicoverdeling. Uiteindelijk allemaal ten gunste van de consument. Maar dat moet de burger wel uitgelegd worden.
Als er sprake is van verzekeringspolissen met teveel hoge risico’s, dan worden de premies verder opgeschroefd. Zo zijn autoverzekeringen voor jongeren al veel langer economisch onhoudbaar. Premies zijn de afgelopen jaren met meer dan 50% gestegen. Niet om de kas van de verzekeringsmaatschappijen verder te spekken. Zij lijden inmiddels structureel verlies op polissen voor jonge rijders. Want verzekeraars snappen ook dat het verder laten stijgen van premies geen optie is. Daarmee wordt autorijden voor jongeren een elitaire aangelegenheid. Een allesbehalve wenselijk scenario, zo vinden ook verzekeringsbestuurders.
Algoritmes bieden uitkomst. Dankzij de inzet van kunstmatige intelligentie kan de verzekeraar veel gerichter risico’s spreiden. Zo is het mogelijk bumperklevers, structurele snelheidsovertreders of appende bestuurders vooraf te herkennen. Daarmee hoeft de verzekeraar bijvoorbeeld niet langer alle jongeren te benadelen met een hogere verzekeringspremie. Niemand wil immers betalen voor asociaal rijgedrag.
In beginsel gebruiken verzekeraars algoritmes niet om risico te mijden. De inzet is een eerlijker verdeling van de risico’s over het gehele verzekeringsportefeuille. Met het doel premies aantrekkelijker te maken voor iedereen. Een betere premie betekent voor de verzekeraar immers ook kans op meer klanten. Als een verzekeraar kampt met teveel hoge-risico-polissen, is het bedrijf genoodzaakt de prijzen voor iedereen te verhogen. Daar wordt niemand blij van. Met behulp van kunstmatige intelligentie kan de verzekeraar risico’s beter inschatten. Daarmee zijn verzekerde consumenten ook beter af.
We hebben nog een lange weg te gaan om het draagvlak voor de inzet van algoritmes onder burgers te vergroten.
Premiedifferentiatie in de verzekeringswereld bestaat natuurlijk al veel langer. Tot op heden lijken de meeste consumenten te begrijpen dat je meer premie betaalt als de kans groter is dat je een beroep moet doen op een verzekeringspolis. Bijvoorbeeld bij ongezond leven. Zo leert recent CBS-onderzoek dat 6 van de 10 Nederlanders vindt dat rokers meer moeten betalen voor hun zorgverzekering dan niet-rokers. Tegelijkertijd blijft solidariteit voor de meeste Nederlanders een groot goed. Niet voor niks is er alom draagvlak voor het betalen van premie voor zieke mensen en ongenoegen over het feit dat ex-kankerpatiënten geen overlijdensrisicoverzekering kunnen afsluiten ondanks dat ze inmiddels gezond verklaard zijn.
Het solidariteitsbeginsel is van oudsher een belangrijk uitgangspunt geweest. Dat was al het geval bij het ontstaan van verzekeringen voor een hele kleine groep mensen die elkaar kenden en bekend waren met de risico’s die zij liepen. Inmiddels is de verzekeringswereld veel groter geworden. Sterker nog, verzekeraars zijn zo’n beetje de enige organisaties die iedereen en zijn of haar bijbehorende risico’s kent. Daarmee mogen we van diezelfde organisaties verwachten dat ze risico’s reëel kunnen inschatten en verdelen.
Algoritmes helpen bij opsporen fraude
Hoe is dan te verklaren dat burgers algoritmes niet als de meest betrouwbare vrienden zien? In eerste instantie is er nog altijd sprake van een ´onbekend-maakt-onbemind’ status. Uit Motivaction onderzoek blijkt dat 55 procent van de burgers nog nauwelijks bekend is met dit nieuwe fenomeen. Laat staan dat de gemiddelde consument al voldoende inzicht heeft in de mogelijkheden van artificiële intelligentie. De mensen die zeggen dat ze wel weten wat algoritmes doen, lezen en horen vooral over potentiële discriminatie of ondermijning van solidariteitsbeginselen.
Peter de Kock, bijzonder hoogleraar Datascience in Crime & Safety aan de Universiteit Tilburg, is een groot pleitbezorger voor het gebruik van algoritmes. Dat helpt de overheid, verzekeraars en andere organisaties veel beter en sneller bij het opsporen van fraude en criminaliteit, zegt hij. Het bericht dat organisaties nog geen gebruikmaken van voorspellende algoritmes zou volgens hem veel verontrustender moeten zijn in het huidige digitale tijdperk.
Neemt niet weg dat we nog een lange weg te gaan hebben om het draagvlak voor de inzet van algoritmes onder burgers te vergroten. Dat betekent dat we op basis van concrete scenario’s uit de dagelijkse praktijk moeten aantonen hoe consumenten kunnen profiteren van voorspellende technologie. Verzekeraars moeten deze handschoen oppakken met meer en betere voorlichting. Wellicht in samenwerking met de overheid of andere onafhankelijke instanties.
Het Verbond van Verzekeraars over Big Data
Inzet van slimme technologie zoals algoritmes is niet het probleem. Het gaat erom hoe algoritmes worden toegepast. Dat is niet een kwestie van een slimme tool loslaten op een grote hoeveelheid gegevens. Als we algoritmes op een verantwoorde manier inzetten waarbij goede wet- en regelgeving, privacy, solidariteit en andere belangrijke spelregels worden gewaarborgd, gaat de samenleving daar echt van profiteren. Het wordt veiliger, eerlijker en een stuk efficiënter. Dat verhaal moet alleen vaker en beter verteld worden om het huidige negatieve imago bij burgers te doorbreken.
[ad_2]